Schiphol, een van de drukste luchthavens ter wereld, zet een grote stap richting duurzaamheid. In samenwerking met netbeheerder Liander wordt een nieuw hoogspanningsstation gerealiseerd, een ontwikkeling die de capaciteit van de luchthaven vergroot en bijdraagt aan de verduurzaming van de terminal. Dit initiatief maakt deel uit van Schiphol's 'Slim en Duurzaam' programma, een samenwerking met partners om de luchtvaart duurzamer te maken.
Het nieuwe hoogspanningsstation, dat in 2027 operationeel zal zijn, is een belangrijke stap in de richting van een groenere toekomst. Het station zal niet alleen de terminal en kantoren van stroom voorzien, maar ook bijdragen aan de ambitie van Schiphol om in 2030 alle eigen gebouwen gasvrij te hebben. Met een jaarlijks elektriciteitsverbruik van meer dan 200 miljoen kWh - gelijk aan het verbruik van meer dan 50.000 huishoudens - is de impact van deze verandering enorm.
Schiphol en Liander hebben op 13 juli een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de bouw en het beheer van het nieuwe station. Deze overeenkomst markeert het begin van de realisatie van Schiphol's ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Het doel is om de CO2-uitstoot van de luchthaven en de luchtvaartmaatschappijen die er vliegen te verminderen. In 2019 was de CO2-uitstoot van Schiphol 49,1 kiloton, terwijl dit in 2020 was gedaald naar 44,5 kiloton.
Het nieuwe station krijgt geen standaard lay-out. Schiphol en BAM werken samen om een robuuste, toekomstbestendige stroombron te realiseren. De gebouwen worden ingepast in de omgeving door ze te overkappen met een groene koepel waarop een mix van bomen, struiken en kruiden groeit. Deze unieke aanpak draagt bij aan de biodiversiteit en natuur op de luchthaven. De start van de bouw staat gepland voor begin 2024.
Deze ontwikkelingen op Schiphol zijn een belangrijke stap in de richting van een duurzamere toekomst voor de luchtvaart. Met de realisatie van het nieuwe hoogspanningsstation en de voortdurende inspanningen om de CO2-uitstoot te verminderen, toont Schiphol aan dat het mogelijk is om een drukke internationale luchthaven op een duurzame manier te beheren.